Dieppe nodigt uit om nog een nachtje te blijven liggen, maar nieuwe bestemmingen lonken. Dus gaan we in de loop van de ochtend met het tij mee naar buiten. Veel wind staat er niet, maar we proberen toch nog een stukje te zeilen. Naar Fécamp, onze volgende bestemming, is het maar goed 25 mijl, dus we hebben de tijd.
Net voor laag water – en voordat de duisternis invalt – lopen we Fécamp binnen. Net voorbij de havenhoofden zien we de dieptemeter ineens fors teruglopen. Twee meter, één meter negentig. Het zal toch niet waar zijn? Als de spanning aan boord een hoogtepunt bereikt, loopt de diepte weer op. De eerste de beste steiger met een vrije plaats is voor ons. Dat blijkt achteraf een te snelle en vooral verkeerde keuze.
In de pilot staat niet voor niets: ‘Do not us the hamerheads. They can become very uncomfortable’. Dat ervaren we ook als in de loop van de nacht de westelijke wind aantrekt en de deining met behoorlijk wat geweld de haven inloopt. We liggen te rukken en te trekken aan onze meerlijnen en de kopse kant van de steiger is nauwelijks begaanbaar. Tijd om te verkassen dus. We vinden nog een plekje iets verder van de havenmond, maar ook dat blijkt later weinig riant.
D.O.M. Bénédictine
Wie Fécamp aandoet, ontkomt eigenlijk niet aan een bezoek van de distilleerderij waar het wereldberoemde Benedictine wordt gemaakt. Terwijl de boot als een ongetemd paard aan de lijnen ligt te rukken, vergapen wij ons aan de rijke historie van de Benedictijner monniken die hier al eeuwen geleden hun ‘elixer’ maakten. Volgens het oude recept wordt nu een unieke likeur gemaakt waarvan miljoenen flessen de wereld over gaan. We ruiken aan de kruiden, bekijken de distilleerketels, krijgen een rondleiding en proeven uiteraard van de kruidige drank.
Terug op de boot bereiden we ons voor op een wilde nacht. Als de wind aantrekt wordt de haven een heksenketel van wild bewegende steigers, klapperende vallen en boten die een aanslag plegen op de stootwillen. We doen geen oog dicht. Niet alleen vanwege de agressieve bewegingen van de boot, maar ook doordat we vrezen voor schade. Die blijft gelukkig uit.
Na een doorwaakte nacht breekt de zon weer door en vertrekken we richting Le Havre. Vol optimisme proberen we de halfwinder te zetten. Helaas, dat mislukt en de val hangt hulpeloos halverwege de mast. Hoe we dat oplossen, valt te lezen in ‘Tussenstop in Le Havre‘. Oh ja, en mocht u besluiten Fécamp aan te doen – absoluut geen verkeerde keuze – neem dan de moeite om een plekje te zoeken in de haven achter de sluis. Ligt een stuk rustiger.
Geef een reactie