Als we vertrekken uit Falmouth staat er een licht windje, maar de vooruitzichten zijn gunstig. Als het meezit zijn we over ruim drie dagen in La Coruña, hopen we. Helaas, het pakt anders uit.
Nadat we een goed uur onderweg zijn, valt de wind helemaal weg. Om ons heen drijven een paar prachtige klassieke loodskotters. Eén van de opvarenden vraagt waar we naar toe gaan. “Noord-Spanje”, roep ik terug. “That way”, schalt het daarna over het water. Gelukkig, de man wijst in de richting die wij op gaan. ’t Zit dus goed.
Eerste nacht
Uiteindelijk moeten de zeilen naar beneden en starten we de motor. In de loop van de avond trekt de wind weer aan en zetten we zeil. Langzaam schuiven we de nacht in. Stikdonker is het en we proberen ons wachtsysteem – drie uur op, drie uur af – vorm te geven. Dat lukt maar gedeeltelijk. Allerlei geluiden houden ons uit de slaap. In de loop van de nacht zetten we een rif in het grootzeil en rollen we de genua een flink stuk in. De wind neemt toe en draait naar het zuidwesten. Dat hadden we niet verwacht. Nu moeten we steeds verder afvallen en La Coruña halen we zo nooit.
Goed alternatief
Veel alternatieven zijn er niet, maar na rijp beraad besluiten we onze koers te verleggen richting La Rochelle. Dat is ook nog een paar honderd mijl, maar het ligt in een stuk naar het zuiden en we kunnen er de boot goed achterlaten. Gewoontegetrouw komen we diep in de nacht aan in één van de grootste jachthavens van Europa. Volgens de pilot zijn er driehonderd ligplaatsen voor passanten, maar die kunnen wij niet vinden. We zien een vrije plek aangeduid door ‘reservé’ en dat lijkt ons een uitstekende mogelijkheid om de boot vast te knopen, een douche te nemen en lekker onder de wol te kruipen. Morgen zien we wel verder. Voorlopig blijft de boot hier en gaan wij over een paar dagen naar huis.
Geef een reactie