
Met bijna dertig knopen wind kwamen we de baai instuiven. Op weg naar Camariñas, achterin de ria. Ook vandaag lukt het niet veel verder te komen.
Enigszins opgelucht bergen we de zeilen en varen we op de motor in de richting van de minimarina. We willen voor anker achter de dam die beschutting biedt tegen zuidwestelijke winden. Dat komt goed uit, want de komende dagen wordt er flink wat onrust voorspeld.
Een plekje in het kleine haventje zoeken, zien we niet zitten. De wind staat er pal op en veel ruimte om te manoeuvreren is er niet. Nee, wij gaan voor anker. We hebben die dure Rocna tenslotte niet voor niets gekocht.
Roeiend naar de kant
In de loop van de avond zakt de wind in en maken we er een romantisch moment in de kuip van. Ook de volgende ochtend is het windstil. Hoewel Camariñas geen indrukwekkend dorp is, willen we toch even de benen strekken en een paar boodschappen doen. Na twee jaar blazen we het bijbootje op en roeien (jawel) we naar de kant.
Als we na een uurtje terugkomen, is de wind behoorlijk toegenomen. Gelukkig ziet niemand hoe we peddelend, roeiend en giechelend proberen weer aan boord van onze Nomas te komen.
Alsof de weergoden er op hebben gewacht, begint het te blazen. Uitschieters naar meer dan 35 knopen zijn regel. Dat gaat nog leuk worden. En volgens de weerberichten gaat dit zeker een dag of drie duren. Met af en toe regen.
Geef een reactie