Na twee nachten op de immense parkeerplaats bij het winkelcentrum in Murcia vinden we het tijd om verder te reizen. Onze volgende bestemming is Almería, maar we nemen twee tussenstops op in ons reisplan. Dat we lelijk in de knel zullen komen, weten we dan nog niet.
Onze eerstvolgende doel is Puerto de Mazarron. Daar hebben we een camperplaats gevonden vlakbij zee. Waarom hiernaartoe? Welnu, vijf jaar geleden waren we met onze boot onderweg van Portugal naar Sant Carles de la Rapita in Catalonië. Bij Puerto de Mazarron vonden we een beschutte ankerplaats, maar we gingen toen niet aan wal. Daarom willen we nu eens kijken hoe het er hier op het vasteland uitziet.
In die baai ankerden we
Indrukwekkend is de gratis camperplaats niet. Met enkele tientallen kampeerauto’s staan we in een grote kring op een kaal veld. Wel hebben we een fraai uitzicht op de baai waar we destijds ons anker uitgooiden. Hoewel, als we een pittige wandeling over de steile rotsen maken, ontstaat enige discussie over de juiste locatie. Uiteindelijk zijn we het erover eens: daar lagen we.
Nadat we zijn bijgekomen van de wandeling – een indrukwekkend uitzicht over de kustlijn is de beloning van onze inspanningen – bereiden we het volgende deel van onze tocht voor. Met hulp van onze pas aangeschafte Garmin Camper 780 zetten we de route uit naar Aguilas. Daar moet een camperplaats zijn bij het plaatselijke zwembad. Ideale bestemming voor ons.
In de knel na de rotonde
Spannend is het traject naar Aguilas niet, en we bereiden ons voor op een rustige middag waarbij we misschien nog kunnen gaan zwemmen. Helaas, dat gaat er heel anders uitzien, want door een gemiste afslag op een rotonde komen we vreselijke in de knel.
Nee, onze Garmin valt niets te verwijten. Ook mevrouw Google, die we steeds achter de hand houden, heeft geen misser gemaakt. Wij wel. Pas als we het smalle, steile straatje inrijden realiseren we ons dat dit helemaal fout moet gaan. En dat gaat het ook. Vooruit kan nog net. Na twee kruisinkjes kunnen we ook niet meer achteruit. De noodzakelijke bocht naar links lukt ook niet. Samengevat: we zitten in de knel. En goed ook.
Binnen een vloek en een zucht melden zich enkele bewoners die de meest uiteenlopende aanwijzingen geven. Ondanks hun goed bedoelde adviezen, lukt het ons niet weg te komen zonder op alle mogelijke manieren schade op te lopen. Vooruit, achteruit, weer vooruit. Bedenk wel dat dit ook moet gebeuren op een steile straat met aan weerszijden lage balkonnetjes, venijnige hekjes, hoge stoepranden en geparkeerde auto’s.
Gas, remmen, draaien
Uiteindelijk besluit de voorman van de hulpverleners dat een geparkeerde auto verplaatst moet worden. Daardoor zouden we volgens hem net genoeg ruimte hebben om de draai te kunnen maken. Dus wordt de eigenaresse van de auto opgespoord, wordt de zonnedeken van de auto gehaald en krijgen we ruimte om iets meer te manoeuvreren.
Ik zal een heel lang verhaal kort houden: na veel gas, remmen, draaien, handrem vast en los, spiegels in, komen we ‘los’. Niet dat we daarmee in veilig vaarwater zijn we beland, want we moeten nog door een smalle straat met aan beide zijden een hekwerk dat onze camper als een blikje sardientjes zou kunnen openrijten.
Uiteindelijk komen we op een iets grotere weg en vinden we de route naar de parkeerplaats bij het zwembad. Heb je nog schade opgelopen? Eigenlijk niet. Oh ja, de nummerplaathouder is niet ongeschonden uit de strijd gekomen, maar dat mag eigenlijk geen naam hebben.
Op naar de kust bij Pulpi
Als we na een minuut of tien bij het zwembad staan, kunnen we even tot rust komen. Tijdens een wandelingetje daalt het adrenalineniveau weer tot aanvaardbare proporties. Helaas is die parkeerplaats niet echt geschikt om de nacht door te brengen, want er is geen recht stukje asfalt te vinden.
Nee, hier blijven we niet. Op naar de kust bij Pulpi. Daar vinden we een fraaie plek vlak aan zee. Verspreid over de wat hobbelige plekken staan hier tientallen campers, maar er is ruimte in overvloed. Zodra we ons hebben geïnstalleerd maken we een wandeling om alle spanning van vanmiddag even uit ons lijf te laten waaien.
Inderdaad, de naam Pulpi klinkt niet uitnodigend, maar we hebben hier een rustige nacht met alleen het ruisen van de golven als achtergrondmuziek. Als we nog maar net wakker zijn, horen we een doordringend getoeter. Jawel, de bakker. Stel je voor, sta je in het wild op een prachtige plek, komt de plaatselijk bakker ook nog vers brood bezorgen. Of we nog een nachtmerrie hebben gehad van ons avontuur in Aguilas? Nee, we hebben voortreffelijk geslapen, maar misschien dat die fles wijn daartoe heeft bijgedragen.
Geef een reactie