Vanuit Weert rijden we in één ruk door naar een klein dorpje in het noorden van Frankrijk. Bij Koenigsmacker, een sluis in de Moezel, willen we overnachten. Dat wordt onze eerste nacht ‘in het wild’.
Eerlijk gezegd vinden we het best spannend. Zeker als we na een wat slingerende weg de sluis naderen en de parkeerplaats ontdekken die volgens onze gegevens de bedoelde vrije camperplaats is. Voorzieningen zijn er niet en er staat ook niet duidelijk aangegeven dat dit een camperplaats is.
Terug naar de Moezel
Zodra we de camper hebben geparkeerd, halen we de fietsen van het rek en gaan we de omgeving verkennen. Zo komen we bij een dam in Moezel waar volgens een informatiebord elektriciteit wordt opgewekt. Nadat we de dam, het ‘Sperrwerk’, achter ons laten komen we in Cattenom, een Frans dorpje waar nauwelijks iets valt te beleven. Vier koeltorens van de kerncentrale domineren het beeld.
Terug naar de Moezel dan maar. We volgen een fietspad lang het water dat deeluitmaakt van een uitgebreid fietsnetwerk. Als we ontdekken dat we bijna bij het befaamde Schengen zijn, besluiten we het fietspad langs de Moezel te volgen en welgemoed fietsen we in de richting van het dorp waar Europese landen ooit een overeenkomst sloten die onbeperkt verkeer van personen mogelijk maakte.
Schengen, symbool van grenzeloos Europa
Het schilderachtige wijndorpje Schengen bij het drielandenpunt werd dertig jaar geleden wereldberoemd – als symbool voor de open grenzen in Europa. Het Europamuseum van Schengen biedt een overzicht van het Verdrag van Schengen. Bovendien wordt verteld over de geschiedenis van Europa. Flaneer over de ‘Place des Étoiles’ met de landenzuilen en een stuk van de Berlijnse muur en neem een kijkje bij de drie stalen stèles op de ‘Place de l’Accord de Schengen’, raadt het lokale toeristenbueau aan.
Helaas komen we daar niet aan toe, want een naderende duisternis gooit roet in het eten. Hier fietsen in het donker willen we niet, dus gaan we met gezwinde spoed terug naar de camper. Eigenlijk hopen we dat er nog een avontuurlijke reiziger is neergestreken. Dat maakt ons verblijf bij de sluis niet alleen minder eenzaam, het stelt ons ook een beetje gerust. Wild kamperen is nu eenmaal geen dagelijkse kost voor ons.
Helaas krijgen we geen gezelschap. Iedere keer als we de koplampen van een auto ontwaren, verwachten we dat de gendarmerie in aantocht is om ons weg te sturen. Tot onze geruststelling gebeurt dat niet en kunnen we de volgende ochtend al vroeg op pad naar onze volgende bestemming. Onze eerste nacht in het wild zit er op. Beetje onrustig geslapen. Zal het nog wennen, dat camperen op een vrije plek?
Geef een reactie