”Pas maar op, in Dokkum vermoorden ze mensen”, waarschuwde een bevriende zeilkennis. Toch nemen we het risico en meren we wederom af in de sfeervolle Friese stad. Daar ging wel heel wat aan vooraf.
Terug naar het begin van ons zoute avontuur. Na een paar dagen in Dokkum met regen en veel wind te hebben getrotseerd, trekken we de stoute schoenen en de zeilkleding aan voor onze reis naar Brünsbuttel of Cuxhaven. Om 09.00 uur liggen we voor de eerste brug en om 12.00 uur varen we vanuit Lauwersoog over het Wad naar openzee.
Zware zeegang in het Westgat
Aanvankelijk verloopt de tocht rustig. Er waait een licht windje, onvoldoende om te zeilen, en de zee is kalm. Wel zien we bij het Westgat flinke brekers op de banken rollen. Aan de horizon ontwaren we witte zeiltjes. Als de zeegang snel ruiger wordt, zeggen we tegen elkaar dat we er even doorheen moeten. Verderop wordt het rustig, houden we onszelf voor.
Dat blijkt behoorlijk tegen te vallen. Twee vissersschepen die ons oplopen duiken de steeds steiler wordende golven in. Soms heeft de NOMAS meer weg van een duikboot dan van een zeilboot. Dat ’nog even dan wordt het vast rustiger’ blijkt toch langer te duren dan we hadden verwacht, en gehoopt.
Rake klappen en flinke zwiepers
Voor ons zien we dat op de boot van onze zeilvrienden het voorzeil wordt uitgerold. Zou het daar al rustiger zijn, vragen we ons af. Dan valt ineens op dat ze de koers drastisch hebben verlegd en onze kant op varen. Ook zij maken flinke zwiepers en de boot maakt rake klappen.
Boven het geweld van de brekers horen we dat een boot de Kustwacht oproept. De stem van de schipper klinkt ons bekend in de oren. Hij meldt dat de motor is uitgevallen en niet meer aan de praat is te krijgen. Onder zeil probeert de schipper vrij te blijven van de banken, maar doordat er nauwelijks wind staat, is dat een hopeloze klus.
Hulp is onderweg
Gelukkig meldt de Kustwacht even later dat er hulp onderweg is. Even later zien we inderdaad een kleine boot met hoge snelheid naderen. Uit het marifoonverkeer maken we op dat de bemanning gaat proberen een sleeplijn over te brengen om zo de boot van onze vrienden terug te brengen naar Lauwersoog.
Ook wij wenden de steven en zetten tegen de stroom in koers naar de haven. Na enige tijd wordt de zee rustiger, maar door de stevige ebstroom maken we nauwelijks voortgang. Met een snelheid over de grond van nog geen drie knopen komen we uiteindelijk weer in de buitenhaven van Lauwersoog. Ook onze vrienden liggen daar veilig afgemeerd.
Ondiepte in Lauwersoog
Met moeite vinden we een plekje. In een box vastknopen lukt niet, want nog maar net is de kop van de NOMAS ter hoogte van de zijsteiger of de dieptemeter loopt fors terug. Aan een langssteiger is nog een plekje waar wel voldoende water staat. Daar kunnen we rustig bijkomen en gaan horen wat er loos is op de boot van onze vrienden.
Naar de Oostzee zeilen zit er voorlopig niet in, blijkt al snel, want een monteur stelt de volgende dag vast dat er vuil in de dieseltanks zit. Dat is door een professioneel bedrijf op te lossen, maar het kan zeker twee weken duren voordat ze die klus kunnen klaren.
Terug naar Dokkum
Ook wij stellen onze plannen bij. Na die wilde tocht door het onstuimige Westgat beseffen we dat zeilen naar de Oostzee op zijn minst te hoog gegrepen is. Na een jaar waarin ernstige medische problemen ons aan huis gekluisterd hielden, kunnen we beter onze ambities bijstellen, vinden we. Fysiek blijkt een lange tocht over zee nog te zwaar.
Dus schutten we weer naar binnen en zetten we, ondanks de waarschuwingen waarnaar we aan het begin van dit bericht verwezen opnieuw de koers naar Dokkum. Ook voor ons zit de Oostzee er dit seizoen niet in. In de Friese stad, waar we alleen maar vriendelijke mensen ontmoeten, nemen we ons voor vanaf nu alleen maar te gaan waar de wind ons brengt.
Geef een reactie