In Troyes raken we niet uitgekeken

Dat is echt een stad die je niet links moet laten liggen als je in de buurt bent, was ons gezegd. Daarom besluiten tijdens het laatste deel van onze zomerreis een tussenstop te maken in het Noord-Franse Troyes. Dat blijkt in alle opzichten een prima keuze. Deze stad is een bezoek meer dan waard. Ook de camperplaats verdient vijf sterren.

Laten we dit keer de tijd nemen om rustig rond te kijken en een beetje te ontspannen, hadden we ons voorgenomen. Dat doen we dan ook. Zodra we een plekje hebben gevonden op camperplaats Aire de camping-car Troyes La Champagne in Pont-Saint-Marie bedwingen we onze nieuwsgierigheid en springen we niet direct op de fiets om naar het centrum van Troyes te rijden.

Op de riante plekken is meer dan voldoende plaats voor onze mobiele ‘tuinset’. Tussen het weelderige groen zoeken we een plekje in de schaduw, want de temperatuur loopt in de middag nog op tot rond de dertig graden. Tot laat in de avond kunnen we heerlijk buiten zitten en in terugdenken onze route langs de Loire. Zo’n verplicht rustmoment doet ons in alle opzichten goed. Zo hebben we tijd voor sociale contacten en krijgen we energie voor de ‘city-tour’ die voor de volgende dag op het programma staat.

Vanaf de camperplaats is het ruim twee kilometer fietsen naar het historische centrum van Troyes. Eenmaal in de oude stad rijd je soms over straten met kinderkopjes en dat hobbelt lekker weg. Daarom besluiten we de twee vouwfietsjes onder het toeziend oog van de kathedraal te parkeren en onze weg te voet te vervolgen.

Over de te volgen route hoef je niet zelf meer na te denken, want om de twintig of dertig meter ligt in het trottoir een koperen driehoek met de afbeelding van een ridder. Van die driehoek wijst de bovenste punt in de richting die je moet volgen. Zo kom je langs alle bezienswaardigheden van Troyes. En dat zijn er nogal wat. Begin- en eindpunt: het Bureau de Tourisme.

Vakwerkhuizen in Troyes

Voordat we verder gaan eerst een duikje in de historie van deze Franse stad. Al in de Romeinse tijd was Troyes een plek van betekenis, totdat de Noormannen de stad aan het einde van de negende eeuw in de as legden. Na een periode van economische en culturele bloei brandde in 1554 meer dan 1500 huizen af, een kwart van de stad.

Na deze dramatische gebeurtenis werden de eerste vakwerkhuizen gebouwd. Die bepalen nog steeds het gezicht van de stad. Natuurlijk springen tijdens een wandeling onder andere de kathedraal Saint-Pierre Saint-Paul, het gemeentehuis, het theater La Cirque en de gedraaide toren van de Saint-Rémy in het oog, maar de echte sfeer van de stad proef je vooral als je door de straatjes en steegjes dwaalt.

Flaneren langs de Seine

Elk moment ontdekken we wel iets bijzonders dat we op de foto willen zetten. Onze iPhone maak dan ook overuren. Nee, uitgekeken raak je in Troyes niet snel. Imposante gebouwen, pastelkleurige gevels met eeuwenoude balken. Schemerige steegjes en kleurrijke winkelstraten wisselen elkaar af. Niet alleen in Parijs, ook hier in Troyes kun je langs de Seine flaneren.

Wil je tijdens de voettocht alle indrukken even laten bezinken dan is daar volop gelegenheid toe. Overal zijn terrasjes en eetgelegenheden. Wie na een wandeling door het historische centrum nog wat energie over heeft, kan hier eindeloos winkelen. Niet alleen bekende ketens hebben hier winkels, er zijn ook tal van boetiekjes en opmerkelijk veel ‘outlets’. Volgens verschillende bronnen zouden dat er meer dan 250 zijn.

Knapperige baguettes en verse croissants

Voor ons vormt het bezoek aan Troyes één van de hoogtepunten van onze reis. Deze stad staat garant voor een aangenaam verblijf. Niet in de laatste plaats vanwege de aantrekkelijke camperplaats. Die ligt op korte afstand van een supermarkt en dat is een pluspunt als je de ochtend wilt beginnen met knapperige baguettes en verse croissants.

Met een licht weemoedig gevoel laten we de volgende dag de stad achter ons en beginnen we aan de twee laatste etappes. Eerst gaan we naar het historische Rocroi, een vestingstadje in Noord-Frankrijk, kort voor de Belgische grens. Daarna rijden we door naar het Limburgse Ittervoort waarvandaan we op de fiets naar Thorn, het witte dorp, gaan. Daarover meer in ons volgende blogbericht.