Dat Hellevoetsluis een vestingstad is wisten we wel, maar dat je in en rond de vestingwerken zoveel kunt beleven hadden we ons nooit gerealiseerd. Ons verblijf in de stad aan het Haringvliet was een echte ontdekkingsreis. Hier kun je heerlijk wandelen rond en in de vesting of in het nabijgelegen natuurgebied, er is strand en er zijn tal van horecagelegenheden.
Met een bezoek aan droogdok Jan Blanken, Fort Haerlem, lichtschip Noordhinder (het laatste lichtschip dat in Nederland is gebouwd), ramtorenschip Buffel, de voormalige mijnenveger AMS 60 MS Bernisse of het brandweermuseum geef je een verblijf in Hellevoetsluis een educatief tintje. En daar hoeft het niet bij te blijven.

Ontstaan van Hellevoetsluis
Eerst even terug naar het begin van de 17e eeuw. Toen werd de vesting Hellevoetsluis aangelegd om de oorlogs- en handelshaven te versterken. Hier werd in 1629 de Zilvervloot ontscheept. In 1688 vertrok Willem III vanuit Hellevoetsluis naar Engeland om daar de troon te bestijgen.
Aan die tijd herinneren nog gebouwen als het Tromphuys, de Affuitenloods, het Kruythuys en het Ruyterhuys, vernoemd naar Michiel de Ruyter. Rond 1800 werd onder bevel van waterbouwkundige Jan Blanken in Hellevoetsluis een zeesluis en droogdok aangelegd. Op gezette tijden geven vrijwilligers een rondleiding die onder andere door het inwendige van het dok voert.
Volop historie in de vestingstad
Tijdens een wandeling over de vestingwerken van Hellevoetsluis ’voel’ je de historie. Op verschillende plekken op de wallen staan de oude kanonnen. Beschermd door een dikke laag grond en gras zijn diverse gebouwen. Dit was het domein van de soldaten die hier de wacht hielden. Elk moment kon de vijand – Engelsen of Fransen – aan de horizon verschijnen. Dan moesten alle zeilen worden bijgezet om de vesting te verdedigen.

Minstens zo opvallend als de oude kanonnen op de vestingwallen is de uit 1801 daterende korenmolen ’De Hoop’, eigendom van de gemeente Hellevoetsluis. Voor de kenners: het is een ronde stellingmolen met twee koppels maalstenen. De ashoogte bedraagt 22,50 meter, de vlucht is 24,60 meter en de stellinghoogte 10 meter. Vanaf de Nationale Molendag in mei tot en met de Open Monumentendag in september is de molen elke zaterdag en zondag op voor het publiek.
In de omgeving van Hellevoetsluis
Hellevoetsluis vormt ook een prima uitvalsbasis om Voorne-Putten te ontdekken. Zelf vinden we het openluchtmuseum De Duinhuisjes een bezoek meer dan waard. In het museum staan vier originele, volledig ingerichte duinboerderijtjes uit de periode 1850 tot 1910.
Natuurlijk mag je tijdens een verblijf op Voorne-Putten een bezoek aan Brielle niet overslaan. Nog steeds heeft de stad vier hoofdtoegangen, waaronder de uit 1704 daterende Langepoort aan de noordwestzijde.
Blikvangers in Brielle
Blikvanger is ongetwijfeld de van oorsprong rooms-katholieke St. Catherijnekerk waarvan de bouw in 1417 is begonnen en in 1482 is voltooid. Ook de moeite waard is het Asyl voor Oude en Gebrekkige Zeelieden.

Het geld voor de bouw werd in 1872 door de bevolking van Brielle geschonken ter gelegenheid van de 300e verjaardag van de bevrijding door de Watergeuzen. Nu zijn er in het complex 14 ’gewone’ huurwoningen.
In de indrukwekkende tuin van het Asyl staat De Zeenymph die in de richting van de Maasmond wijst. Daar kwamen destijds de Watergeuzen vandaan die de Spanjaarden uit Brielle verdreven.


Dit is slechts een greep uit de vele bezienswaardigheden die het ’eiland’ Voorne-Putten biedt. Op de website van de regionale VVV is een compleet overzicht te vinden. Daar staan ook volop andere mogelijkheden beschreven om te recreëren. Dat er op tal van plaatsen meer dan voldoende gelegenheid is om te eten en te drinken behoeft geen betoog.

Geef een reactie