Afgelopen weken koelde het ’s avond behoorlijk af. Lekker in de kuip zitten in de avondschemering was er niet bij. Tenzij je in dikke kleren gehuld aan een glas wijn wilde nippen. Tot we in Enkhuizen het anker uitgooien. Als de wind helemaal wegvalt kunnen we eindelijk genieten van een zwoele zomeravond.
In het kommetje bij het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen liggen we heerlijk beschut en we hebben voortdurend wat te zien. Niet alleen varen de boten van het museum af en aan, ook passagiersschepen en indrukwekkende traditionele zeilschepen meren hier af.
Ons trouwe tweecilindertje
Met het bijbootje willen we even naar de kant, maar dat blijkt lastiger dan we hebben verwacht. Na een jaar stilstand slaat onze buitenboordmotor in één keer aan. Even een rondje om de NOMAS en we hebben er alle vertrouwen in dat ons trouwe tweecilindertje zich ook dit jaar weer van zijn beste kant laat zien. Helaas, dat pakt anders uit.
Zodra we even later volledig uitgerust voor ons bezoek aan het immer bruisende Enkhuizen in de bijboot stappen, weigert de buitenboordmotor dienst. Wat we ook proberen, hij wil niet meer starten. Ten einde raad pakken we de roeispanen en gaan we op spierkracht naar de steiger.
Gesleutel aan de motor
Eenmaal terug op de NOMAS komt het gereedschap tevoorschijn en begint het gesleutel aan de motor. Vuile benzine waardoor de carburateur verstopt zit? Nee, dat kan het euvel niet zijn, want we hebben schone brandstof getankt en er zat geen oude benzine in de motor.
Daar we vermoeden dat de motor is verzopen, laten we de zaak even met rust. Wel demonteren we de bougie en maken die schoon. Voor dat we te kooi gaan, proberen we toch nog even of we de motor aan de praat kunnen krijgen. En…jawel. Twee keer een ruk aan het startkoord en de motor loopt. Nu kunnen we rustig gaan slapen.
Op naar Makkum
Na twee nachten in Enkhuizen vinden we het tijd om ankerop te gaan en een stukje te gaan zeilen. Makkum is onze bestemming. Veel wind staat er niet als we koers zetten naar de Friese kust, maar die paar knopen is net voldoende om de genua vol te houden.
Als we bij Makkum aankomen is de wind flink toegenomen. Met een snelheid van bijna zes knopen stuiven we Makkum binnen. Voor ons vaart een platbodem die bijna de hele breedte van het vaarwater nodig heeft. Er voorbij kunnen we niet, maar de genua binnendraaien lukt door de harde wind ook niet. Bijna zitten we op de kont van die platbodem. Een kop-staart aanvaring? Dat zal de pers zeker halen.
Voldoende water onder de kiel
Zover komt het gelukkig niet. Zodra we een beetje in de beschutting van de bomen komen valt de druk op de genua weg en slagen we erin het voorzeil op te rollen. Daarmee keert de rust aan boord weer en kunnen we ons volledig concentreren op de ankermanoeuvre. Die vergt in Makkum de nodige aandacht, want veel ruimte onder de kiel hebben we hier niet.
Als de wind draait – en wij dus ook – kijken we gespannen naar de dieptemeter. Tevreden zien we dat we onze ankerplek goed hebben uitgezocht. Er blijft voldoende water onder de kiel staan. Tijd voor een versnapering, vinden. Wederom wacht ons een mooie zomeravond.
Geef een reactie