Na lang wikken en wegen besluiten we via de Staande Mast Route terug te varen naar het Markermeer. Aanvankelijk gaat het voorspoedig. Als we op het Braassemermeer het anker laten vallen, weten we nog niet dat de brug in Heemstede gestremd is. Dat zorgt voor oponthoud, maar levert ook een aangename verrassing op.
Voor eind augustus willen we terug zijn op het IJsselmeer. Gaan we over zee naar IJmuiden of nemen we de Staande Mast Route. Die vraag houdt ons al een aantal dagen bezig. Geregeld kijken we naar de windverwachting. Die verandert voortdurend.
In een ideale situatie hebben we een wind tussen zuidoost en zuidwest nodig. En we moeten in het Slijkgat natuurlijk het tij mee hebben. Alles bij elkaar betekent dit dat we eindeloos rekenen, want de wind is langs de kust weer anders dan in het binnenland en draait in de loop van de dag steeds naar het noorden.
Terug via de Staande Mast Route
Na ons bezoek aan Tiengemeten en een dagje Hellevoetsluis om de scheepsvoorraad op niveau te brengen, hakken we de knoop door. We gaan terug via de Staande Mast Route. Als we dan toch op de motor moeten varen, gaan we liever binnendoor.
Zo liggen we dus op zondagochtend voor elf uur voor de Haringvlietbrug. Vanwege onderhoudswerkzaamheden draait deze brug maar twee of drie keer per dag. Er is een alternatieve route via het Spui, maar daar kan het flink stromen en als je het tij tegen hebt levert dat alleen maar vertraging op.
Bij de spoorbrug in Dordrecht hoeven we nauwelijks te wachten. Tot aan de brug bij Alblasserdam kunnen we de gang er flink in houden. Onder de brug ligt een werkboot die met twee forse waterstralen het brugdek nat houdt. Ook zien we op de weg twee mannen heen-en-weer lopen, auto’s rijden langzaam en fietsers moeten afstappen. Vanwege de aanhoudende hitte zijn nogal wat bruggen gestremd, weten we. Vertwijfeld vragen we ons af of deze brug wel zal draaien.
Opgelucht halen we adem als de lichten op rood-groen springen en tergend langzaam de brug omhoog gaat. Soortgelijke ervaringen zullen we op de route richting Haarlem nog verschillende keren opdoen. Krijgen we nog met ernstig oponthoud te maken?
Net voordat het donker wordt bereiken we het Braassemermeer. Daar laten we het anker vallen en proosten we bij het licht van de olielamp op de goede afloop van het eerste deel van de tocht. Dat het vervolg van onze reis minder voorspoedig zal verlopen, weten we op dat moment nog niet.
Om de vaart er in te houden staan we bijtijds op. Zo kunnen we de volgende brug al bij de eerste opening halen. Als het een beetje meezit kunnen we vanavond op het Markermeer zijn, verwachten we.
Tot aan de brug bij Cruquius is er geen vuiltje aan de lucht, maar dan horen we van een schipper op een jacht dat ons tegemoet komt iets over een brug in Heemstede. Inderdaad, die is gestremd en zal vandaag niet meer draaien. Ruimte om af te meren is er niet. Zo komen we terecht bij de Spaarneborghhaven.
Daar heet een vriendelijke havenmeester ons welkom en we krijgen een fraai plekje langs de kade. Helaas is het voortreffelijke Chinese restaurant vandaag gesloten, meldt hij. Geen punt, het centum ligt op loopafstand. Daar zijn volop winkels en eetgelegenheden en bij Gelaterie Van Dam kun je het lekkerste ijs van de hele omgeving verkrijgen.
Tegen tien uur zwaait de havenmeester ons uit en liggen we met een ware armada van zeiljachten vol spanning te wachten tot de Schouwbroekerbrug open gaat. Volgens onze informatie draait de brug een keer per dag nadat een monteur toestemming heeft gegeven voor de opening.
Open bruggen in Haarlem
Even voor tien uur zet de vloot zich in beweging en varen we achter een vrachtschip naar Haarlem. Daar staat een aantal bruggen open waardoor de doortocht vlot verloopt. Bij de spoorbrug moeten we een halfuurtje wachten, maar dat levert weer een interessant gesprek op met de eigenaren van een motorboot.
Net als wij zijn ze al een paar maanden onderweg. Lange tochten over de Europese binnenwateren hebben ze gemaakt. “We zijn bijna tot de Poolse grens geweest”, vertellen ze terwijl wij de lichten van de spoorbrug scherp in het oog houden.
In de sluis in Spaarndam is het weer een ‘gezellige boel’. Gelukkig laten de twee sluiswachters zich niet gek maken. En wij ook niet. Toch zijn we blij als we zonder kleerscheuren de kolk uit kunnen varen. Nog één sluis en drie bruggen voordat we op het ruime water van het Markermeer zijn.
Opnieuw dreigend fonteinkruid
Met twee jachten liggen we aan het einde van de dag in de Oranjesluis. Daar de Schellingwouderbrug gestremd is tijdens de avondspits kunnen we er pas om 18.00 uur doorheen. Daarna wacht de ruimte. Hoewel. Zodra we een klein stukje naast de vaargeul varen, zien we weer forse velden fonteinkruid drijven. Met onze eerdere ervaringen nog vers in het geheugen, nemen we geen enkel risico en blijven we keurig tussen de tonnen.
Terug naar de geul dus. Nog een paar mijl dan zijn we in Marina Muiderzand. Voor het terras van het Beachhouse maken we de NOMAS vast en nemen we, net als de mensen die onze verrichtingen hebben gadegeslagen, een drankje op de goede afloop van onze tocht via de Staande Mast Route.
Geef een reactie