Als kind vergaapte ik mij elke week aan de oefeningen van de reddingboot. Met opa stond ik op de duinen en zag ik hoe de boot de branding trotseerde. Na afloop mocht ik mee naar de reddingschuur. Opa kende de mannen. Ik was trots op hem zoals alleen een kind dat kan zijn. Ademloos luisterde ik naar zijn verhalen. Van toen hij, net elf jaar, dertien weken op een haringlogger voer. En van later, toen hij met de reddingboot roeiend naar drenkelingen zocht.
Donateur van de KNRM worden
Mijn opa is al lang overleden als ik met mijn eerste kajuitboot in de haven van een IJsselmeerstadje lig. Natuurlijk kijk ik even bij de reddingboot. Aan boord staat een man in een blauwe wollen trui, ringetje aan zijn oor. Of ik donateur wil worden van de reddingmaatschappij. Met moeite onderdruk ik de neiging om mijn jeugdherinneringen met hem te delen. Kort daarna wappert de wimpel op mijn boot. Opnieuw ben ik trots. Als Redder aan de Wal lever ik nu een hele kleine bijdrage aan het werk van de redders.
Scheveningen Radio
Mijn werkzame leven krijgt een andere wending als ik een enerverende baan krijg op het Kustwachtcentrum, destijds nog gevestigd in het gebouw van Scheveningen Radio in IJmuiden. Vaak heb ik contact met de mannen en vrouwen van de reddingmaatschappij. Wanneer midden in de nacht de wind om het gebouw giert, de reddingboten uitvaren en ik gespannen luister naar het radioverkeer, hoor ik opnieuw de verhalen van mijn opa.
Roer afgebroken
Als ik mij laat verleiden om in een bootje van krap zeven meter naar Engeland te varen, moet ik midden op zee opnieuw denken aan degenen die niet zullen aarzelen hun bed uit te komen als ik ze nu nodig heb. Op de terugtocht van Lowestoft naar IJmuiden komt dat moment angstvallig dichtbij als vijftig mijl uit de kust het roer afbreekt. Stuurloos drijven we rond. In de duisternis mislukt onze poging om een noodroer te maken. Na uren worstelen met weerbarstige golven bereiken we op de laatste krachten van het buitenboordmotortje de haven.
Te gast bij de KNRM
Maanden later ben ik te gast bij een reddingstation. Op een mooie, maar koude dag varen we uit. Opnieuw raak ik onder de indruk van het moderne materieel en de wijze waarop de bemanning daarmee omgaat. Even sta ik op het punt om, gekleed in overlevingspak, bij wijze van oefening in zee te duiken. Wijselijk laat ik dat over aan de professionals.
Koop ook een wimpel
Zolang ik vaar knoop ik elke zomer trouw een verse wimpel aan het vlaggenlijntje van mijn boot. Welke watersporter zou dat niet doen? Voor een gering bedrag steun je een organisatie waarvan je hoopt er nooit een beroep op te hoeven doen.
Donateur worden
Iedere keer als ik de wimpel vrolijk zie wapperen denk ik terug aan die keren daar op het duin. Mijn hand in de knoestige knuist van mijn opa. Een reddingboot die zee kiest. Door die wimpel voel ik mij verbonden met de mannen en vrouwen die er zijn als het nodig is. Eigenlijk zou er in Nederland geen boot mogen varen waarop die wimpel niet wappert. Donateur worden? Gewoon doen! De KNRM is immers het goede doel van de watersporter.
Geef een reactie